
Donderdag 10 mei 2012 is lid Paul van Polanen Petel op 58-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van een slopende ziekte. Op de KNAS site staat een uitgebreid in memoriam
van Liesbeth Oskamp waarin de respectabele prestaties en bijzondere gaven van Paul op onnavolgbare wijze worden gememoreerd en waar we verder niets zinnigs aan toe kunnen voegen.
In de Volkskrant van 25 mei stond onder het kopje ‘Het Eeuwige Leven’ een in memoriam van de hand van Peter de Waard, hieronder weergegeven
Het Eeuwige Leven
Schermleraar Paul van Polanen Petel was een van de mensen achter de toegenomen populariteit van die sport in Nederland. De strakke witte pakken, de Franse taal, de hoffelijke omgangsvormen, de gracieuze, maar in potentie zo dodelijke bewegingen bleken aantrekkelijk te zijn voor een nieuwe generatie Nederlanders.
In 2003, een jaar na de James Bond-film Die Another Day, waarin een aantal schermscènes voorkwam, bracht Joop van den Ende de musical 3 Musketiers in de Nederlandse theaters. Paul, die een opleiding toneelschermen had gevolgd in Amerika, instrueerde de acteurs hoe ze met de degen moesten omgaan. Zij waren meteen verkocht en de cursussen bij zijn schermschool Contre Temps stroomden vol. Schermlessen werden een alternatief voor organisatoren van bedrijfsuitjes.
Twee jaar geleden werd hij opnieuw gevraagd voor de musical Zorro. Die opdracht moest hij afwijzen. Bij hem was toen net darmkanker geconstateerd en een reeks chemokuren maakte werken onmogelijk. Paul van Polanen Petel overleed op 10 mei.
Hij had de sport in de genen als afstammeling van een Franse priester die begin 19de eeuw naar Nederlands Indië was gevlucht en daar scherminstructeur in het leger was geworden. Behalve Frans en Nederlands bloed was Paul ook van Indische afkomst en voor een kwart Balinees. ‘Mijn altijd liefdevolle en zorgzame zoon van het godeneiland Bali, heeft zijnpuputan (strijd, red.) volbracht’, vertelde zijn moeder bij de crematie.
Zijn vader was KNIL-militair en vertrok uit Nederlands Indië toen Paul pas anderhalf jaar oud was. Eenmaal in Tilburg gehuisvest, verruilde zijn vader zijn militaire baan voor een functie als chemisch analist bij Philips. Paul koos aanvankelijk voor de studie natuurkunde in Eindhoven, maar stapte snel over naar de meer aantrekkelijke studie fysische geografie in Amsterdam.
Al vroeg had hij een fascinatie voor steekwapens, waaronder de Indonesische kris en de klewang. En zodra hij in Amsterdam woonde, werd Paul in 1978 lid van de schermvereniging van de universiteit. Hij koos voor de sabel, een wapen waarmee veel schermers nogal plegen te hakken, maar waarmee hij zich op zijn eigen wijze de subtiele bewegingen aanleerde om de tegenstander te lijf te gaan.
Door zijn talent en de trainingen bij maître Van Oeveren, in diens toenmalige schermzaal, schopte hij het tot een plekje in de nationale equipe. In 1981 ging hij samenwonen met Margreet Geels, studente Aziatische geschiedenis, die ook door de schermsport werd gegrepen.
Na zijn schermcarrière legde Paul zich toe op het lesgeven. Aanvankelijk als maître bij de Universitaire Schermvereniging (nu Esprit). In 1985 richtte hij samen met Bert van Til en Margreet Contre Temps op. Die vereniging bood in tegenstelling tot veel andere clubs de leerlingen een grote vrijheid. Veel van zijn activiteiten en het lesgeven voor Contre Temps deed Paul belangeloos. Met Margreet organiseerde hij tien jaar lang de populaire schermweekeinden op Texel. Samen zetten ze het internationale schermtoernoi van Amsterdam op; tegenwoordig beter bekend als SISTA-US.
In 2010 vierde Contre Temps het 25-jarig bestaan. Paul wist toen al dat hij ongeneeslijk ziek was. Toch heeft hij, tussen de chemokuren door, de veertig een uitgebreide Indische rijsttafel voorgezet. Na drie dagen voorbereiding was de hoeveelheid lekkernijen voldoende voor zeker zestig mensen.
Naast het schermen werkte hij bij het adviesbureau dat hij samen met Wicher Smit had en waarbij ze ondernemingsraden en multinationals van advies dienden bij reorganisaties, fusies en overnames.
Als fanatiek klimmer was hij ook nauw betrokken bij het ontwerp van de klimhal en de schermzaal in het nieuwe sportcentrum Universum van de UvA. Twee jaar lang werkte hij voor het mede door hem opgezette magazine Backstage Musical. Hij interviewde onder anderen Pia Douwes, Ivo de Wijs en Liesbeth List. In zijn vrije tijd genoot hij, met vriendin en honden, van het maken van rugzaktrektochten, kanozwerftochten en het kamperen onder eenvoudige omstandigheden, vaak in hartje winter.
Peter de Waard, Volkskrant 25 mei 2012
Onze gedachten zijn met Paul’s nabestaanden.
Geef een reactie